Steven is papa van Timon (5,5 jaar).
Timon is altijd een stevig baasje geweest, vertelt papa Steven. Als baby wist hij al heel goed wat hij wou.
Sinds een aantal weken is gelijkheid een dagelijks thema in huis. Ook hier laat hij zijn mening goed gelden. Timon meet alles af met zijn zus. Ieder moet evenveel hebben.
Bij het uitschenken van een beker melk worden de bekers tegen elkaar gedrukt om te vergelijken wie het meeste heeft. Bij het geven van zoentjes, krijgen van cadeautjes, lezen van verhalen wordt er geteld. Ieder moet exact hetzelfde krijgen. Ieder moet gelijk behandeld worden, volgens het gelijkheidssysteem van Timon.
Maar hoe doe je dat?
Ik merk als ouder dat mijn schuldgevoel vaak de bovenhand neemt en ervoor zorgt dat ik al geruime tijd meega in deze strijd. Ik merk evenzeer dat zowel mijn vrouw als ik er dagelijks mee worstelen. Verjaardagscadeaus zijn immers niet altijd te delen of aandacht is niet te tellen.
Hoe zorg je voor dat gelijkwaardig gevoel binnen het gezin, zonder je te verliezen in eindeloos tellen en afwegen?
Hoe zorg je voor dat gelijkwaardig gevoel binnen het gezin, zonder je te verliezen in eindeloos tellen en afwegen?
Laten we starten bij de vraag:
"Hoe ziet een kleuter dit?"
Timon is vijf jaar en heeft het nog erg moeilijk om dingen te vergelijken. Timon ziet vaak één specifiek duidelijk kenmerk, pint het vast als referentie, maar kan daarbij nog geen rekening houden met het grote geheel. Hij kan nog niet het volledige plaatje overschouwen.
Hij ziet dan vooral een ongelijkheid en denkt: ‘Ik word tekort gedaan’, ‘Dat is niet eerlijk’ of ‘De ander krijgt meer dan ik’.
Timon komt voor zichzelf op en geeft het onrecht, de teleurstelling en de jaloezie duidelijk aan. Niet met woorden of een beleefd gesprek, maar op zijn kleutermanier: heel egocentrisch, letterlijk en ongefilterd.
Hij start de strijd en hoopt erkenning bij jou te krijgen.
Kleuters zijn nog erg egocentrisch. Ze kijken vooral naar hun noden en hun behoefte op dat specifieke moment. Het meeste, de snelste, de leukste hebben, lijkt wel een missie te zijn in hun wereld. De rechter spelen over of iets gelijk is of niet, kunnen ze vaak nog niet.
Zo zal een kleuter bijvoorbeeld bij de bekers melk enkel naar de hoogte van de melk in het glas kijken, maar houdt hij geen rekening met de grootte van het glas. Een lang smal glas is per definitie meer dan een kort breed glas, ook al gaat het exact om dezelfde inhoud.
Of wanneer zus een cadeau krijgt voor haar verjaardag en hij vorige maand alle cadeaus kreeg voor zijn verjaardag, zal de kleuter toch het onrecht van dit moment voelen en weinig kunnen terugkeren naar het geheel.
De strijd om het gelijke is dus een strijd dat heel moeilijk te voeren is. Kleuters bekijken de situatie nog op een erg beperkte en eenvoudige wijze en zijn soms zelfs nog niet in staat jouw allesoverschouwende uitleg te volgen.
Wanneer een kleuter strijdt om de gelijkheid, is het dan ook misschien eerder een strijd voor evenwaardigheid. Of met andere woorden de kreet om gelijkwaardige aandacht, nabijheid, verzorging of bevestiging te krijgen dan broer of zus.
4 tips om zelf mee aan de slag te gaan.
1. Vertraag.
Vertraag en neem de tijd om luidop waar te nemen. Zeg wat je ziet, zonder oordeel, zonder misnoegde intonatie.
2. Benoem het gevoel.
Benoem het gevoel dat je ziet: ‘Dat is voor jou niet makkelijk, dat zus een cadeautje kreeg en jij niet?’ Vertraag ook en herhaal, want een kleuter voelt pas dan dat je hem echt begrijpt. ‘Echt lastig he, dat snap ik’. ‘Voel je het hier zo, in je buik? En wil je eigenlijk brullen als een Leeuw?’… Snap ik…
Probeer geen tegenargumenten in de strijd te gooien, overtuig hem niet van jouw gelijk, maar kijk even rustig en meermaals door zijn bril en zeg dit ook luidop.
3. Co-reguleer dit lastige gevoel.
Co-reguleer nu dit grote, lastige gevoel. Begeleid jouw kleuter in het kleiner maken ervan. 'Hoe kan ik jou helpen? Het lastige gevoel is groot en dat is misschien wel nog even zo, maar kunnen we het al een beetje kleiner maken?'
Laat hier in een eerste fase spontane ideeën van jouw kleuter komen. Wanneer de verwijzing naar de gelijkheid blijft komen, geef je een grens aan dat doordramgedrag, maar blijf wel in verbinding, door bijvoorbeeld hem net dichter bij jou te nemen.
Een grens geef je met andere woorden aan het gedrag, niet aan zijn gevoel.
4. Blijf aanwezig.
Blijf dus in contact. Door aanwezig te zijn in deze lastige situatie, help je hem in deze worsteling met een emotioneel moment. Je zegt zonder oordeel en zonder woorden: het is oke om het lastig te hebben. Je hoeft niet alleen te zoeken naar een manier om er iets beter mee om te kunnen, ik ben hier en zoek mee.
Wil je graag onze andere artikels lezen?