Rina is mama van Lise (4,5jaar).
Lise zit in de tweede kleuterklas bij juf Kira. Juf Kira geeft aan dat Lise een schat van een kindje is in de klas. Het zonnetje, een engeltje… een geschenk om in de klas te hebben.
‘Ze is behulpzaam, altijd enthousiast, volgt de afspraken en werkt actief mee in de klasgroep.’
Rina is blij dit te horen, maar begrijpt het niet. Want wanneer Lise thuiskomt na een schooldag is ze helemaal niet zo vrolijk en enthousiast. Dan ziet Rina een donderwolk; een bommetje dat bij de minste tegenslag ontploft; een huilende en jammerende kleuter waar je nog weinig goed voor lijkt te kunnen doen.
‘Doe je dat op school ook?’, hoor ik mezelf dan schreeuwen, vertelt Rina.
Hoe ga ik hier beter mee om en hoe kan ik Lise beter helpen?
Op school een engeltje
...
thuis een bengeltje!
Laten we starten bij de vraag:
"Hoe ziet een kleuter dit?"
Lise gaat graag naar school. Dat zie je in haar enthousiasme doorheen de hele dag. Ze voelt er zich goed, wil de juf plezieren en is een nieuwsgierige kleuter die graag nieuwe dingen leert.
Ondanks het feit dat voor Lise een schooldag oprecht leuk is en alles vlot lukt, is een schooldag wel erg zwaar. Lise wil graag gezien worden en heeft nood aan bevestiging van haar juf. Ze doet dit door zich zeker aan de afspraken te houden, steeds de vinger op te steken voor een antwoord, meteen te helpen enzovoort, maar dat vraagt enerzijds veel van haar energie en zorgt anderzijds voor een spanningsopbouw.
Tegen het einde van een schooldag is Lise op en heeft ze een heel wat opgebouwde spanning verzameld.
Wanneer ze haar mama nog maar ziet, lijkt dit groen licht te zijn om te kunnen en durven ontladen. Zo komt het dat Rina voornamelijk de spanningsstroom ziet vloeien, het uitgebluste vlammetje ziet. Lise heeft alles gegeven op school en kan enkel thuis terug ontladen en opladen.
Het is een compliment om de veilige haven van jouw kind te zijn; al is dat zeker niet altijd een even makkelijke en leuke functie die je als mama toebedeeld krijgt.
2 tips om zelf mee aan de slag te gaan.
1. Onder-/overprikkeling of ontlading?
Leer elkaar heel goed kennen en onderzoek wat jouw kind écht nodig heeft na een schooldag. Is dat meer prikkels of minder prikkels of heeft jouw kleuter ontlading van opgebouwde spanning nodig?
- Bij onder-/overprikkeling gaat het om een reactie op prikkels die van buitenaf komen.
- Bij ontlading gaat het om een opgebouwde spanning die van binnenuit komt.
- Ontspanning kan er pas komen als de onder- of overprikkeling en de spanning van binnenin terug in evenwicht zijn.
De aanpak bij onder- of overprikkeling is anders dan bij ontlading.
Merk je, net zoals bij Lise, vooral een opgebouwde spanning van binnenuit, dan zorg je voor hulp bij de ontlading ervan. Deze spanning komt er anders ongetwijfeld ongecontroleerd en in alle hevigheid uit.
2. Preventie en hulp.
Zorg voor zowel preventieve ontlading doorheen de dag als hulp bij onmiddellijke ontlading als het er als een bommetje uitvliegt.
Dit kan op heel veel verschillende manieren. Het is erg persoonlijk en is vaak een én-én verhaal. Eén magische wonderoplossing tot ontladen is er vaak niet. Het is een combinatie zoeken van ontladende activiteiten die allen een beetje werken, maar die wel samen voor een voldoende effect zorgen.
Ontlading van spanning kan er komen door de aandacht te brengen naar het evenwichtsorgaan, de beweging/houding (spierspanning) en/of interne lichaamstoestand.
Enkele voorbeelden:
Evenwicht:
schommelen, kruiwagen spelen, ronddraaien, rollen, op één been staan
Houding en spierspanning:
trekken en duwen, optillen van een gewicht, druk voelen op de huid, springen, lopen, kruipen.
Interne lichaamstoestand:
eten en drinken, warmte, lachen en huilen, brullen en blazen…
Wil je graag onze andere artikels lezen?