kind-faalangst

Stijn is vijf jaar, bijna zes. Nu hij in de derde kleuterklas zit, zijn de verjaardagsfeestjes echt gestart. Elke klasgenoot die zes jaar wordt, geeft er eentje. Het is alom aanwezig in hun kleuterwereld. Op de speelplaats wordt er veel over gepraat, maar ook veel ruzie om gemaakt. Al tweemaal kwam Stijn thuis met de boodschap ‘Janne zegt dat ik niet naar haar feestje mag komen.’ 

Elke ouder beslist uiteraard hoeveel kinderen hij uitnodigt, maar het breekt wel mijn moederhart om te horen dat Stijn niet mag komen en zich zo uitgesloten voelt, zegt mama Evi. 

Laten we starten bij de vraag:

"Hoe ziet een kleuter dit?"

Kleuters zijn zich steeds meer bewust van hun plaats in de groep. Daar waar ze in de eerste kleuterklasjes vooral op zichzelf gefocust zijn en zich zorgen maken over het krijgen van een bepaald speelgoed, groeien ze nu steeds meer naar een sociaal klasleven.  

In september start die groepsvorming. Alle kleuters leren elkaar kennen en zoeken naar gelijkenissen en verschillen. Vaak gaan gelijkgezinden elkaar opzoeken en vormen ze kleine subgroepen. Zolang een kleuter een veilig plekje in een kleine subgroep of de grote klasgroep vindt, maakt hij zich geen zorgen. Wanneer een kleuter geen stabiele aansluiting voelt en zijn plaats in de groep niet veilig aanvoelt, ontstaat er een zekere spanning, een onrust. Die onrust gaat vaak gepaard met grote emoties, wat een kleuter nog niet genuanceerd en gecontroleerd kan uiten. Stijn neemt die ene zin ‘jij mag niet naar mijn feestje komen’ heel serieus en voelt zich buiten de groep gezet. Zijn emoties laaien op en worden ongefilterd en in alle hevigheid aan mama Evi getoond. 

4 tips om zelf mee aan de slag te gaan.


1.  

Het is als volwassene belangrijk om te weten dat naast een aantal diepgaandere contactmomenten kleuters nog vaak oppervlakkig en erg wisselend contactname hebben. Ze focussen niet enkel op de persoonskenmerken van hun klasgenoten om uit te maken of ze al dan niet vrienden kunnen zijn. Een coole boekentas, de grootste zijn of lichtgevende schoenen kunnen ook de doorslag geven. 

Het is belangrijk om als volwassenen mee te kijken of dit gevoel van uitsluiting continue aanwezig is of eerder een op zichzelf staande gebeurtenis. De klasleerkracht kan je hier misschien uitgebreider over informeren of even meekijken naar de situatie. 

2.

Vertraag en kijk ook kritisch naar jezelf. Deze boodschappen kunnen soms ongewild en onbewust een ‘oud gevoel’ bij jezelf triggeren. Dan is het veel moeilijker om rustig en neutraal deze situatie op te vangen. 

3.

Start hoe dan ook bij de emotie die jouw kleuter voelt. Geef aan dat je de emotie ziet en help er een naam aan te geven. Benadruk de grootte van het gevoel en help het gevoel kleiner te maken. Co-reguleer dus dat overspoelende gevoel door het niet weg te wimpelen, maar mee te dragen. Overtuig jouw kleuter niet vanuit een volwassen visie, maar vertraag en hou rekening met diens perceptie, ook al is dat misschien niet het volledige verhaal. Het verdriet is er en is echt. Discussiëren over de grootte van een gevoel of hoe groot dat gevoel zou ‘mogen’ zijn, is niet helpend. Wel kunnen we helpen bij het verzinnen van oplossingen om dat gevoel wat minder lastig te maken. Zet dan in op positiviteit, verbinding en ontspannende activiteiten zodat jouw kleuter die rust en veiligheid wat terugvindt. 

4.

Benoem de behoefte achter het gedrag: Je voelt je uitgesloten en hebt nood aan nabijheid van vriendjes. Denk samen na hoe je deze behoefte op een andere manier dan enkel naar het verjaardagsfeestje gaan, kan vervullen. Kan er dit weekend bijvoorbeeld een vriendje van de klas komen spelen? Is er een hobby waar je kan inzetten op het verstevigen van andere, buitenschoolse vriendschappen? Kan de leerkracht helpen bij het maken van nieuwe vriendschappen in de klas? Of is er hulp nodig bij het oplossen van een ruzie bij de vriendjes in kwestie? 

 

Wil je graag eerdere artikels lezen?