Sofie (39 jaar) is alleenstaande mama  van Pia (4 jaar). 

Na elke vakantie is terug naar school gaan een hel. Pia huilt dan voor heel de buurt. Zich aankleden, samen ontbijten en zelfs de rit naar school zijn vaak nog heel leuk, vertelt Sofie. Maar eenmaal op de parking van de school, wordt Pia onhandelbaar. Ze slaat en schreeuwt. Ze laat zich vallen en hangt letterlijk aan mijn been. Uitstappen en de weg naar de schoolpoort is bijna onmogelijk geworden. 

De juf aan de schoolpoort sleurt Pia dan van me los, want op een andere manier lukt het niet. 

Mijn trucjes en geruststellingen lijken niet te werken. Ik verzeker haar nochtans dat het wél een leuke dag zal zijn en vertel dat haar vriendjes er zijn. Ik benadruk dat de juf toch erg lief is en dat ze fijn zal spelen… maar het lijkt alsof ze me niet hoort. Ik kan haar niet overtuigen. 

Later die dag hoor ik dat het verdriet slechts vijf minuten duurde. Maar de volgende dag gebeurt heel de scène gewoon opnieuw; tot ze weer gewend is aan het naar school gaan. 

Hoe kan ik haar beter helpen in deze periodes? 

Laten we starten bij de vraag:

"Hoe ziet een kleuter dit?"

Een kleuter heeft nog erg veel nood aan de aanwezigheid en de aandacht van de vertrouwde zorgfiguren. Net zoals Pia in dit verhaal mama nodig heeft.  

Een kleuter heeft je nodig om te checken of een situatie veilig is. Ze hebben ons nodig wanneer ze denken het niet alleen te kunnen en ze hebben ons nodig om dingen voorspelbaar te maken. 

Pia kent de school al goed, maar toch lijkt ze na een vakantie geen zekerheid meer te hebben over  wat een schooldag brengt. Ze lijkt het veilige gevoel, de dagstructuur en alles wat er in de klas gebeurt even kwijt te zijn. Alleen binnenstappen lijkt nu een erg grote stap en voelt heel eng aan voor haar. 

Deze situatie voelt zelfs zo eng, dat het bange gevoel, heel groot en heel snel, Pia overspoelt. Ze voelt zich bedreigd en wordt als het ware doodsbang.  

 

Een kleuter gaat dan in overlevingsmodus en zal vechten, vluchten of bevriezen. 

Pia vecht en laat haar mama via schreeuwen en groot protest weten dat ze deze situatie niet oké vindt. Adviezen die haar van het tegendeel willen overtuigen komen nu niet binnen, want haar gevoel neemt alle plaats in. 

5 tips om zelf mee aan de slag te gaan.


1. De emotie co-reguleren.

Als jouw kleuter, net als Pia, zo overspoeld wordt door emotie, moeten we afstemmen op hun kleuterwereld en vertragen. Het volwassen oordeel van deze situatie doet er nu niet toe. Jouw kleuter is heel bang en kan de emotie niet meer zelf de baas. Tot rust komen en uit die overlevingsmodus gaan, is prioriteit. Maar dat kan in deze situatie enkel met jouw hulp. Wij als volwassenen dienen deze emotie te co-reguleren. 

Dat doe je door zelf rustig te blijven, want rust geeft rust.  Je neemt de tijd om luidop te zeggen wat je ziet: ‘Je bent bang, heel bang.’ Door het gevoel te erkennen, zorg je ervoor dat er geen strijd meer moet geleverd worden om je dat duidelijk te maken. Je toont dat je begrijpt wat er aan de hand is.  Zo bang zijn is niet leuk en daarbij heeft jouw kindje hulp nodig. 

Door te vertragen en er eenvoudigweg te zijn, kan jouw kind uit de overlevingsmodus komen en terug in het hier en nu landen. 

 

2. Maak lichamelijk contact.

Zet je even aan de kant en ook wanneer er terug wat meer rust is, laat je nog even niet los.  Dat lichamelijke contact, die extra knuffels zijn nodig, om tot een nog stabielere rusttoestand te komen. 

 

3. Mogelijkheid om rationeel te praten keert terug.

In deze toestand staat jouw kleuter niet meer in overlevingsmodus, maar kan hij opnieuw adviezen horen. Het is nu pas dat je wat rationeler kan praten. 

‘Wist je dat de juf superblij is om alle kindjes terug te zien?’ 

‘Ik ben er zeker van dat je heel leuk kan spelen vandaag’. ‘Wat zou jij leuk vinden?’ 

‘Ik denk dat jij misschien wel terug op de grote glijbaan wil spelen, want daar word je altijd heel blij van. Jouw vriendjes kunnen dan meespelen!’ 

 

4. Benoem de onderliggende behoefte.

Probeer niet enkel de oppervlakkige boodschap te horen, ‘niet naar school willen’, maar probeer de onderliggende behoefte te benoemen, want daar ligt de echte hulp.  Jouw kindje heeft jou nodig.  Misschien kan je iets van jezelf meegeven, om er een beetje bij te zijn die dag? Een armband, een knuffelknop, een zakdoek die naar je ruikt. 

‘De juf aan de schoolpoort heeft precies een kriebelhand, zie je dat? Net zoals mama soms doet. Zij gaat voor jou vandaag heel goed zorgen.’  

Op deze manier geef je jouw zorgende functie, jouw kalmerende functie, een beetje door aan iets of iemand die vandaag wel op school is. Het is vandaag een spannende dag en dat kunnen we niet geheel wegtoveren. Maar door het grote moment aan de schoolpoort te co-reguleren, kunnen we écht helpen en de dag een beetje minder spannend maken. 

 

5. Verwijs tenslotte naar later die dag.

Zeg wanneer je jouw zoon/dochter komt ophalen en dat je dan alle leuke verhalen wil horen. Vertel hoe je eerst de dikste knuffel van de wereld zal geven en dan een hele avond samen bent. 

Wil je graag onze andere artikels lezen?