Steven en Sanne zijn ouders van Mona (2) en Simon (5). 

Steven en Sanne hebben twee jonge kindjes. Een peuter van twee jaar, Mona en een kleuter van vijf jaar, Simon. Volgende week vertrekken ze samen naar Zuid-Frankrijk. 1100 km hebben ze voor de boeg. Sanne vindt een autovakantie met kleine kinderen makkelijker, want dan kan de buggy, eetstoel en veel reservekledij mee naar het vakantiehuis. Steven ziet die rit minder positief in. ‘Hoe je het ook draait of keert, ‘ zegt hij, ‘twee kleine kinderen kunnen geen 12 uur stilzitten in een auto.’ 

Hoe hou je ze in godsnaam bezig, zodat die autorit geen helse 12 uur wordt? 

 

"Meer dan 1000 kilometer in de auto met twee kleine kinderen... HELP!"

Laten we starten bij de vraag:

"Hoe ziet een kleuter dit?"

Mona en Simon zijn nog erg jong. Een juiste verwachting hebben over hun vaardigheden en noden is bij zo een rit noodzakelijk. 

Mona en Simon hebben nog amper tijdsbesef en kunnen al zeker niet inschatten hoe ver Zuid-Frankrijk is.  Vooral Simon merkte alle voorbereidingen op: het inpakken van de koffers, het enthousiasme over het zwembad en de leuke streek bijvoorbeeld. Hij wil het liefst nu meteen aankomen en in dat zwembad springen. Dat deze rit een heel stuk langer zou duren dan naar de bakker rijden, daar hield Simon echt geen rekening mee. Zo komt na een tiental minuten dan ook de oprechte vraag: ‘Zijn we er bijna?’ 

Bovendien hebben beide kinderen een grote bewegingsdrang. Ze willen lopen, springen of op een stoeprand balanceren. Ze willen tuimelen, omgekeerd in een zetel hangen of sluipen op hun buik. Stilzitten op een stoel, geïmmobiliseerd door een autogordel en met een minimum aan ruimte tussen die frigobox en een laatste rugzak aan hun voeten, dat is een situatie die ze nog niet meester zijn. Mona en Simon hebben wel spelideeën, maar hebben geen idee hoe ze te matchen met deze autorit. Want hoe kunnen ze vanuit een autostoel op verkenning gaan, hun energie kwijt raken of de hoofdrol spelen in wilde fantasieverhalen? 

5 tips om zelf mee aan de slag te gaan.


1. Nood aan voorspelbaarheid.

Kom tegemoet aan de nood aan voorspelbaarheid. Voel je tijdens de rit aan dat er nood is aan duidelijkheid over de reistijd, maak dan een tijdslijn en duidt met een wasknijper aan waar jullie al zijn. 

Duid er ook de tussenstops op aan, zo kan je makkelijker samen focussen op de kleine tussenstappen in plaats van enkel de verre eindbestemming te zien. 

 

2. Nood aan begeleiding.

Hou rekening met de nood aan begeleiding bij de dagbesteding, ook tijdens een autorit. 

Jouw kleuter is op een schooldag ook niet in staat om zelfstandig van spel naar spel te hoppen en daarbij zijn aandacht en motivatie telkens hoog te houden. Een gewone schooldag is doordacht opgebouwd met een goede balans tussen leren, spelen, bewegen en rusten, met aandacht voor de drang naar autonomie en zelfstandig werk enerzijds en de nood aan nabijheid en begeleiding anderzijds. Probeer dit ook in de auto toe te passen en heb oog voor die balans. 

 

3. Nood aan afwisseling.

Hou rekening met de ontwikkelingstaken van een kleuter: de drang naar verkenning en leergierigheid bijvoorbeeld. Maak verschillende zakjes, met telkens een korte nieuwe taak in. Zorg voor afwisseling in materialen en doelen in een spel. Zo kan je zorgen voor een fantasiezakje waarbij wat lepels, een kookpotje, een notaboekje, een rekenmachine, een stickerblad en wat speelmais zit. Met deze verschillende materialen wordt de auto meteen een restaurant. Gebruik daarbij materialen die verschillende functies kunnen hebben, zodat de fantasie van jouw kleuter zijn gang kan gaan. 

De volgende zakjes kunnen dan meer gericht zijn op het creatieve, het samenspel, het individueel werk of eerder een verhaal. Alle spelvormen, al dan niet begeleid, worden op die manier gedurende de dag aangeboden. Deze afwisseling zorgt voor enthousiasme en motivatie. Het verrassingseffect bij elk zakje zorgt voor spanning en ontlading.  

4. Nood aan beweging.

Hou rekening met de nood aan beweging. Gebruik een tussenstop voor meer dan een toiletstop. Zoek een veilige plaats en speel kort een tik- of loopspel met jouw kleuter. Neem ruimte en beweeg, zodat die enorme energie een uitweg kent. 

 

5. Nood aan rust.

Vergeet ook de nood aan rust niet. Een auto lijkt rustig, maar kan ook erg overprikkelend werken. Veel mensen in een kleine ruimte voor een lange tijd zorgt voor zowel te veel prikkels als voor sommige zintuigen een tekort aan stimulatie. 

Sommige kinderen vragen zelf om die rust of kunnen zich spontaan afsluiten en in slaap vallen. Andere kinderen vinden die filter niet en zouden onbewust in een overprikkelde drukke staat komen. Help daarom jonge kinderen met het inplannen van rustmomenten. Hou daarbij rekening met alle zintuigen. Zorg voor een hoofdtelefoon met een luisterverhaal, bekijk een gekende film op de tablet of zorg voor wat versnaperingen zodat de focus even op het peuzelen en kauwen ligt. Zorg voor een zacht lakentje of een squishie om in te knijpen en verlucht de auto met regelmaat. 

Wij voorzien alvast een leuke autobingo voor jullie. Speel dit zoals gekend of maak er een cooperatief spel van voor de kinderen. Laat hen samenwerken en tegen de volwassenen spelen, dat maakt het voor hen extra leuk. 

Wil je graag onze andere artikels lezen?