Bijten bij peuters en kleuters: 6 tips!
Feb 27, 2023Wist je dat...
- Bijten bij de ontwikkeling hoort. Het is een vorm van communicatie bij de allerjongsten. Meestal zien we dit gedrag rond de leeftijd van 2 à 3 jaar; de overgang tussen peuter en kleuter.
- Bijten vaak niet als doel heeft om pijn te doen, maar gebruikt wordt om iets anders te bekomen, zoals aandacht, een speelgoedje, een plaats…
- Vanuit kleuterperspectief dit helaas een zeer effectieve oplossingsstrategie is.
"Om het bijtgedrag aan te pakken is het cruciaal om bij élke kleuter mee te kijken en te zoeken naar die specifieke onderliggende drijfveer."
Verschillende oorzaken
Bijten is dan wel éénzelfde gedragsvorm, maar kan verschillende oorzaken hebben. Vaak kunnen we drie verschillende oorzaken/drijfveren terugvinden voor bijtgedrag:
- Het bijten is reflexmatig. Het komt voort uit een impulsiviteit of met andere woorden het nog niet kunnen afremmen van het eigen gedrag.
- Het bijten komt voort uit een gebrekkige emotieregulatie. De kleuter wordt overspoeld door boosheid, verdriet of onmacht bijvoorbeeld. Hij gebruikt bijten dan als een zeer sterk betoog of uiting hiervan.
- Het bijten komt voort uit een gebrek aan een sociale vaardigheid. De kleuter heeft nog beperkte communicatieve vaardigheden en krijgt zich niet uitgelegd in woorden of niet voldoende snel uitgelegd in woorden. Hij weet zich geen houding te geven en gebruikt bijten als een ‘snelle taal’.
Het is daarnaast belangrijk om ook aan zelfreflectie te doen als volwassenen in deze situatie. Vaak zullen we bijten zwaarwichtig behandelen. We geven er een zwaardere lading aan en voelen het als intenser dan ander agressief gedrag zoals bijvoorbeeld duwen. Wat zijn jouw eerste gedachten en gevoelens als een kleuter bijt?
Een aantal tips:
- Reguleer eerst jouw gevoel. Sta stil bij wat het bijten bij jou teweeg brengt en reguleer eerst jouw gevoel. Enkel dan kan je in alle rust en neutraliteit een leerproces begeleiden.
- Speel op de bal, niet op de man. Probeer zeker het gedrag en de zwaarwichtigheid die daarbij hoort los te koppelen van de persoon. De kleuter die beet is geen ‘bijter’ of ‘hondje’. Het is een kleuter die zich wilde uiten, maar dat op een ongepaste manier deed.
- Begrens het agressieve gedrag. Zeg duidelijk stop en kijk wat nodig is om dit ook daadwerkelijk een halt toe te roepen.
- Kijk zeker ook mee naar de nood of emotie die onder dit gedrag schuilt. Waarom leek bijten nodig voor deze kleuter? Wat wilde hij bereiken en hoe voelde hij zich? Geef gedragsalternatieven om dat doel te bereiken en spreek met vertrouwen de kleuter toe. Zet ondanks een duidelijke grens ook dat leerproces in de kijker en verwoord duidelijk dat je weet dat het in de toekomst wel zal lukken om het anders aan te pakken.
- Is dit incident een onderdeel van een lastige periode, zet dan zeker in de kijker welke vaardigheden de kleuter wel goed beheerst. Voorkom een negatieve spiraal en zet in op een positieve ondersteuning.
- Sta als netwerk allen op dezelfde lijn. Duidelijk begrenzen, niet bestraffen, focus op herstel en samen zoeken naar gedragsalternatieven.